De vinder vermoedde dat het om een menselijke kaak ging en belde de politie via 0900-8844. Medewerkers van Forensische Opsporing stelden vast dat het om een menselijke onderkaak met zeven gebitselementen ging. De kaak werd voor onderzoek aangeboden aan het Nederlands Forensisch Instituut. Daar werd vastgesteld dat het om een zeer oud bot ging, waarna de kaak werd aangeboden aan de Rijksuniversiteit Groningen, het Centrum voor Isotopenonderzoek.
Het Centrum voor Isotopenonderzoek onderzocht de kaak en gaf aan dat het gaat om de onderkaak van een persoon die naar schatting minimaal 35 jaar oud was. De conclusie van het koolstofdateringsonderzoek is dat de persoon is overleden tussen circa 763 en 492 jaar voor Christus, in de vroege ijzertijd. De kaak wordt overgedragen aan het Provinciaal Archeologisch Depot Zuid-Holland in Alphen aan de Rijn.