Voor het eerst wordt een karakteristiek gegeven van de wijze waarop straatvoetbal vroeger werd gespeeld. Over plaats en tijd, de bal, de spelers, de teams, de wedstrijden, de regels enzovoort.
Maar het boek gaat ook over de vraag of straatvoetbal een betere voetballer van je kan maken. Op straat en plein wordt niet meer massaal gevoetbald, maar tegenwoordig zijn er voetbalkooien in de steden waar je de jeugd vrijelijk ziet ballen. Een honderdtal voetbalprofs van toen en nu vertelt over hun ervaringen in vaak aanstekelijke anekdotes. Richard Witschge, voormalig Nederlands profvoetballer en assistent-trainer van Ajax, schreef het voorwoord voor dit boek.
Het boek wordt afgerond met eigen voorstellen van de auteur hoe elementen van het straatvoetbal in de jeugdopleiding zouden kunnen worden ingepast.
De lancering vond plaats het A.S.C. te Oegstgeest. Dorpsmarketing Oegstgeest organiseerde deze bijeenkomst en fotograaf Emile van Aelst schoot de vrolijke foto’s.
De auteur
Rob Siekmann is van jongs af een groot voetballiefhebber en speelde vijftig jaar amateurvoetbal. Van hem verscheen in 1978 het eerste Nederlandse Voetbalwoordenboek, twee jaar later gevolgd door Moderne voetbaltheorie. Recent publiceerde hij boeken over de voetbalspelregels, totaalvoetbal en het monumentale ‘Cruijffiaans’, dat genomineerd werd voor de Taalboekenprijs 2020.
Siekmann was hoogleraar internationaal en Europees sportrecht aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Bestelinformatie
‘Het straatvoetbalboek’ is -onder meer- te bestellen via https://straatvoetbal.boeken.cafe/ en kost 25 euro.